De draadharige Foxterriër

FOXTERRIER DRAADHAAR
Heeft zijn naam te danken aan het doel waarvoor hij is gefokt: de jacht op vossen. Er zijn twee variëteiten: de gladharige en de draadharige. Laatstgenoemde is één van de populairste rassen ter wereld. De rasstandaard verschilt in die zin dat die van de draadhaar veel uitgebreider is. In 1876 werden de variëteiten officieel gescheiden.

Ras
Levendige en actieve verschijning met een nagenoeg vierkant lichaam. Maakt de indruk van een goed gebouw jachtpaard, heeft een korte rug en kleine, V-vormige oren. Heel typisch is het gangwerk, waarbij de voor- en achterbenen zich evenwijdig en recht naar voren bewegen. Niet te hoog op de benen, krachtig voorkomen. Nooit plomp of grof.

Ze hebben een dichte, ijzerdraadachtige beharing, als van een kokosmat. Onderhaar korter, fijner en zachter. Krullend haar is ongewenst. Kleur : wit moet overheersen; gestroomd, rood, leverkleurig of leiblauw, ook als aftekening, is verwerpelijk.

De schofthoogte van de Foxterriër Draadhaar is maximaal 40 cm. Het gewicht varieert van 7 kg tot 10 kg.

Karakter
Alert, zelfverzekerd, waaks, soms een eenmanshond en wantrouwend ten opzichte van vreemden. Vrolijk, trouw, aanhankelijk en schrander. Soms vurig, maar nooit vals of zenuwachtig.

Gezondheid
De rasvereniging; Nederlandse Foxterriër Club is bezig met de gezondheid van de Foxterriër draadhaar. Dit is een onderdeel van het verenigingsfokreglement van elke rasvereniging. Hierin stellen zij de volgende onderzoeken verplicht voor de ouderdieren: Patella Luxatie.

Voor het verenigingsfokreglement en meer informatie kan er contact worden opgenomen met de rasvereniging.

Bron: Raad van Beheer

Boeken over de Foxterriër

Er zijn diverse boeken over de draadhaar Foxterriër geschreven. In het Nederlands zijn de boeken van mevr. B. van der Hoeven-de Meyier de bekendste. Helaas kun je haar boeken alleen nog maar tweedehands kopen en zeer zeldzaam.
Ik mag mij gelukkig prijzen dat ik 5 exemplaren van de boeken in mijn bezit heb, elk van een andere editie. Eentje zelfs die ooit van mevr. R. Hoobroeckx is geweest met een handtekening van de schrijfster. Julie kunnen begrijpen dat dit voor mij een kostbaar bezit is.

De onderstaande boeken heb ik zelf ook in mijn bezit. Voor hele jonge kinderen is Buster de Foxterrier een heel leuk boek. (Leer elke maand vijf woordjes van Buster).

Er zullen uiteraard nog meer boeken zijn maar deze heb ik niet in mijn bezit.

  • Onze vriend de ruwharige Foxterrier (1937) van B. v.d. Hoeven-de Meyier

  • De ruwharige Foxterrier van A tot Z van B. van der Hoeven-de Meyier

  • Onze Foxterriër van B. van der Hoeven- de Meyier

  • De Fox Terriër door Ruud Haak

  • The Fox Terrier wire and smooth door Elsie Williams

  • The Fox Terrier smooth and wire door Anna Katherine Nicholas and Marcia A. Foy

  • The New Fox Terriërs by Harold Nedell

  • Ruut de Fox Terriër door Johan Blinxma

  • Tuuntje door Karel Capek

  • Buster de Foxterriër door Ellen Veldhuijzen

F.C.I. standaard van de draadharige Foxterriër

Algemene verschijning:
Actief en levendig, sterk geraamte en kracht in klein bestek. De bouw moet perfecte balans vertonen, in het bijzonder heeft dat betrekking op de verhouding van schedel en voorsnuit, die evenals de hoogte van de schouder en de lengte van het lichaam van boeg tot zitbeen ongeveer gelijk moet zijn. In stand als een goed jachtpaard met korte rug, veel grond beslaand.

Rastypische eigenschappen:
Attent, snel in de bewegingen, intelligente uitdrukking, tot het uiterste gespannen aandacht bij de geringste uitdaging.

Karakter:
Vriendelijk, vrij en zonder angst.

Hoofd:
Bovenbelijning van de schedel bijna vlak, licht hellend en geleidelijk smaller wordend naar de ogen toe. Weinig verschil in lengte tussen schedel en snuit. Als de snuit duidelijk korter is, ziet het hoofd er zwak en onaf uit. De snuit wordt naar de neus toe, geleidelijk aan smaller en valt even in bij de overgang naar het voorhoofd, maar mag niet ineens wegvallen onder de ogen, waar hij flink opgevuld moet zijn. Overdreven been- en spierontwikkeling van de kaken is ongewenst en minder mooi. Geen volle en bolle wangen. Neus zwart.

Ogen:
Donker, vol vuur en schranderheid, tamelijk klein, niet uitpuilend. Zoveel mogelijk cirkelvormig, niet te ver uit elkaar staand, noch te hoog in de schedel naar de oren toe. Een licht oog is zeer ongewenst.

Oren:
Klein, V-vormig, matig dik, goed naar voren gevouwen en dicht tegen de wangen vallend. De vouw moet goed boven de schedel uitkomen. Een staand oor, een afgerond oor of een naar achteren gevouwen oor zijn zeer ongewenst.

Mond:
Sterke kaken met een perfect regelmatig en compleet schaargebit, d.w.z. de boventanden juist over de ondertanden heen sluitend en recht ingeplant.

Hals:
Droog en gespierd, zonder keelhuid, van behoorlijke lengte en geleidelijk verbredend naar de schouders, met een sierlijke boog van opzij gezien.

Voorhand:
Van voren gezien een vlakke lijn van hals naar boeg met droge schouders. Van opzij gezien lang en schuin naar achteren liggende schouder met duidelijk uitkomende schoft. Borst diep, niet breed. De benen moeten van alle kanten bezien recht zijn met sterk bot tot aan de voeten toe. Ellebogen moeten evenwijdig aan het lichaam aansluiten en vrij van de zijden bewegen, en niet uitsteken tijdens de beweging.

Lichaam:
Rug kort, recht en sterk, zonder slapte. Lendenen gespierd en licht gewelfd. Borstkast diep, voorste ribben matig gewelfd, de achterste diep en goed gewelfd. Weinig ruimte tussen ribben en achterhand.

Achterhand:
Sterk en gespierd, vrij van inzakken of hellend kruis. Knieën goed gebogen, naar binnen noch naar buiten gericht. De hakken laag bij de grond, van achteren gezien recht en evenwijdig aan elkaar. De combinatie van de korte schenkel en een steile knie is zeer ongewenst.

Voeten:
Rond, gesloten met kleine sterke goed ontwikkelde eeltkussentjes. Matig gebogen tenen, die noch naar binnen noch naar buiten gericht staan.

Staart:
Hoog aangezet, rechtop gedragen, niet over de rug of gekruld. Goed stevig en van behoorlijke lengte.

Gangwerk:
Voor- en achterbenen moeten recht naar voren en evenwijdig aan elkaar bewegen. Ellebogen bewegen recht onder het lichaam en vrij van de zijden. De knieën draaien naar binnen, noch naar buiten. Goed voortstuwende beweging komt uit goed bewegende achterhand.

Beharing:
Dicht, hard en ruig. Lengte van de vacht op hals en schouder ongeveer 1 tot 2,5 cm, rug, ribben en benen met een ondervacht van kort zachter haar. Het haar op de rug en de achterhand is harder dan op de flanken. Het haar op de kaken moet hard aanvoelen en lang genoeg zijn om de voorsnuit een krachtig uiterlijk te geven. Het haar op de benen moet dicht en stug zijn.

Kleur:
Overheersend wit met tan-kleurige of zwarte aftekening. Gestroomde rode of lever- of leikleurige aftekening is ongewenst.

Maat:
Schouderhoogte reuen niet meer dan 39 cm, teven wat lager. Het ideale gewicht in tentoonstellingsconditie voor reuen is 8,25 kg, teven wat minder.

Fouten:
Iedere afwijking van de voorafgaande punten moet als fout beschouwd worden en de beoordeling moet geschieden in verhouding tot de ernst van de fout.

Bovendien:
Reuen moeten twee normale volledig ingedaalde testikels hebben.

Goedgekeurd op de algemene ledenvergadering op 23/24 juni 1987 in Jerusalem.

Bron: Nederlandse Foxterrier Club